David Niemeijer van AssistiveWare en Jane Farrall hebben de handen ineengeslagen en de poster “De do’s en don’ts van OC” gecreëerd in het kader van de internationale maand van de ondersteunde communicatie. In dit blog leggen we een van deze do’s en don’ts uit.
Professionals bewijzen en bevestigen keer op keer dat modelleren en ondersteunde taalstimulatie de meest effectieve methode voor OC is. Het is immers niet moeilijk te begrijpen dat OC-gebruikers alleen succesvol leren communiceren met hun systeem als de mensen in hun omgeving het regelmatig en op de juiste manier toepassen.
Hoewel we geregeld discussiëren over het belang van modelleren, gaan we niet zo vaak gedetailleerd in op de manier waaróp we modelleren.
De eerste stap is altijd een sprong in het diepe: een beetje modelleren is beter dan helemaal niet modelleren!
Modelleren met OC
Ga je voor het eerst modelleren met OC, dan is het belangrijk om te weten hoe je woorden en taal modelleert. Neem daarom deze do en don't ter harte:
-
Do: zoveel mogelijk kernwoorden gebruiken tijdens het modelleren
EN - Don't: altijd grammaticaal correcte zinnen modelleren
Wanneer we de kernwoorden van een zin modelleren, gebruiken we automatisch de woorden die cruciaal zijn om de boodschap goed over te brengen. Stel dat ik de volgende zin modelleer: 'ik winkel bananen gekocht'. Dit klopt grammaticaal niet helemaal, maar de boodschap is duidelijk. Zeker in de context van een gesprek met een vriend over wat ik die ochtend heb gedaan.
Door kernwoorden te modelleren laat je op een doeltreffende manier zien hoe je woorden combineert tot zinnen, oftewel taal gebruikt, zonder dat je kennis of begrip van grammatica nodig hebt. Helaas zijn velen van ons grammaticale wijsneuzen. We storen ons mateloos aan de grammaticale fouten die we overal tegenkomen en we krijgen de kriebels van het idee dat we incorrecte zinnen moeten vormen. Maar dat geeft niet; laat het los!
Het is logisch om eerst kernwoorden te modelleren, en daarna pas grammaticaal correcte zinnen te vormen. Dit is namelijk ook de manier waarop OC-leerlingen meestal hun taalvaardigheid ontwikkelen. Eerst spreken en communiceren ze met behulp van kernwoorden, om pas op een later moment volledige zinnen samen te stellen. Zo doet elk kind dat. Overal waar ik ooit geweest ben, kregen kinderen complimenten over hun gebruik van kernwoorden, en kritiek op hun onjuiste grammatica.
Het werkt averechts als je koste wat kost grammaticaal correcte en volledige zinnen op een OC-systeem wil modelleren.
- Het gevaar bestaat dat we voorbijgaan aan dat ene, waardevolle leermoment als we elk detail en elk woordje van de zin correct willen modelleren.
- En we raken ook nog eens gefrustreerd als we niet het juiste woord kunnen vinden op het OC-systeem. Het is een hele kluif om elk woord van een zin te modelleren.
- Bovendien werkt communicatie in het dagelijks leven helemaal niet op deze manier. Heb jij altijd de tijd en de gelegenheid om een lange, ingewikkelde zin te formuleren? Meestal spreken we slechts één of twee woorden uit om onze boodschap zo snel en efficiënt mogelijk over te brengen. En dat geldt net zo goed voor OC-gebruikers.
- Dit zijn stuk voor stuk obstakels die ons ervan weerhouden om doeltreffend te modelleren tijdens een gesprek. En dus geven we het op, omdat we vinden dat we niet goed genoeg kunnen modelleren. Omdat we het te moeilijk vinden. Dus neem de druk om grammaticaal correct te modelleren bij jezelf weg door je aandacht te richten op de kernwoorden. Dit is een uitstekend uitgangspunt, en naarmate we handiger worden met het OC-systeem en de gebruiker het meer gaat gebruiken, groeit onze vaardigheid modelleren.
Belangrijk om te onthouden
- Het is geen probleem om één of twee woorden op het OC-systeem te modelleren (of zoveel als je er nodig hebt) en de rest van de woorden zelf uit te spreken. Modelleer bijvoorbeeld de woorden 'ik winkel bananen gekocht' op het OC-systeem, waarbij je tegelijkertijd zegt 'Ik ben naar de winkel geweest en heb bananen gekocht'.
- Het is ook geen probleem om grammaticaal correct te modelleren als de leerling eraan toe is. Stel dat de leerling zijn/haar OC-systeem gebruikt om te zeggen 'ik winkel' wanneer je vraagt wat hij/zij heeft gedaan. Dit is een uitgelezen kans om de grammaticale ondersteuning van het systeem te demonstreren en te tonen waar hij/zij de werkwoordvervoeging 'ging' kan vinden. Of je modelleert korte woorden zoals 'naar' en 'de'.
Hoeveel woorden moeten we modelleren?
Een handige vuistregel is: modelleer woorden en taal op één niveau hoger dan het huidige vaardigheidsniveau van de OC-gebruiker. Voor een OC-leerling die nog niet in losse woorden met het systeem kan communiceren modelleer jij dus juist op die manier. Een voorbeeld: als jullie de klas verlaten om naar de bibliotheek te gaan, kun je de zin uitspreken 'Het is tijd om naar de bibliotheek te gaan' en op de knop 'gaan' tikken wanneer je dat woord zegt. Is de OC-leerling in staat om losse woorden te gebruiken, dan leg je de lat weer iets hoger en modelleer je er een tweede woord bij. Een voorbeeld: als jullie naar oma gaan, kun je de zin 'We gaan bij oma op bezoek' uitspreken terwijl je op de knoppen 'gaan' en 'oma' tikt. Kortom, bouw de woordcombinaties uit op basis van de taalvaardigheid van de OC-gebruiker.
Welke woordsoorten moeten we modelleren?
Het is essentieel om zoveel mogelijk taalbouwstenen te modelleren, oftewel kernwoorden (Engelstalig). Als je aan de OC-leerling demonstreert hoe je je op verschillende manieren uitdrukt door kernwoorden op diverse manieren en in diverse combinaties te gebruiken, kun je heel veel bereiken.
Denk eraan om te laten zien dat elke situatie andere bewoordingen vereist. Natuurlijk is het prima om te modelleren hoe je om iets vraagt ('ik wil' / 'mag ik'), maar het is minstens zo belangrijk om te modelleren hoe je een opmerking maakt, een vraag stelt, je mening geeft, iets beschrijft, een nieuwtje of een verhaal vertelt, een gesprek begint en veel meer.
Jouw beurt
Bedenk een activiteit die je graag doet met je OC-leerling(en). Wat zijn de kernwoorden die je tijdens die activiteit kunt zeggen en modelleren? In welke combinatie ga je deze woorden modelleren? Weet je waar je ze kunt vinden in je kernvocabulaire? Welke verschillende functies van communicatie kun je modelleren? Als je leerlingen eraan toe zijn, wil je de activiteit dan gebruiken om een specifieke grammaticaregel te modelleren of uit te leggen?
Ik heb nog een voorbeeld voor je. We lezen een prentenboek.
Redenen om te communiceren | Manieren om kernwoorden te modelleren |
---|---|
Wensen en behoeften uiten | |
Keuzes maken - bijv. een favoriete afbeelding kiezen | mooi, vind mooi, dat mooi, ik vind die mooi |
Verzoek doen - bijv. de beurt vragen, of vragen om meer voor te lezen | ik, mijn beurt, wil, wil dat, ik wil, wil meer |
Informatie krijgen en geven | |
Eenvoudige opmerking maken | kijk, zien, dat zien, daar, anders |
Om informatie vragen | waar?, waar dat?, waar is dat?, waar is het (schaap)?, maar waar? |
Mening geven | ik vind dat leuk, dat is... |
Beschrijven | hier, dat hier, dat is hier, hier is het (schaap), erin, dat in, dat daarin, die in bad, die op, die onder, dat daar |
Voor modelleren geldt (net als voor zoveel dingen): hoe vaker je het doet, des te makkelijker het wordt. Richt je dus op de kernwoorden en laat de neiging varen om altijd grammaticaal correcte zinnen te modelleren.