David Niemeijer van AssistiveWare en Jane Farrall hebben de handen ineengeslagen en de poster “De do’s en don’ts van OC” gecreëerd in het kader van de internationale maand van de ondersteunde communicatie. In dit blog leggen we een van deze do’s en don’ts uit.
Zo heel af en toe ben ik mijn stem kwijt. Nogal rampzalig voor een logopedist! Ineens niet meer te kunnen praten, te kunnen zeggen wat er moet gebeuren of wat ik denk, dat vind ik vreselijk. Veruit de meeste mensen hebben altijd en overal de beschikking over hun stem. Stel je eens voor dat iemand dat privilege van je af zou nemen.
Voor veel mensen met een communicatieve beperking is het OC-systeem hun stem. Alleen als ze toegang hebben tot dat systeem, kunnen ze duidelijk maken wat ze willen en wanneer ze dat willen. Ze hebben er niets aan als het in de kast ligt. Ze hebben er niets aan als de batterij op is. Ze hebben er niets aan als het in hun schooltas zit. Ze hebben er niets aan als iemand anders bepaalt dat ze het OC-systeem alleen mogen gebruiken op school, tijdens het avondeten of bij McDonalds. Daarom is het de verantwoordelijkheid van hun hele omgeving dat ze toegang hebben tot OC.
Als iemand een fysieke beperking heeft, nemen we hem zijn rollator niet af als hij wil lopen. Een slechthorende nemen we zijn gehoorapparaten niet af als hij wil luisteren. Een slechtziende nemen we zijn bril niet af als hij wil kijken. Waarom nemen we iemand dan het OC-systeem af als diegene wil praten?
Diverse communicatiemethoden
Voor OC-gebruikers ligt dit meestal wat ingewikkeld. Ze kunnen hun boodschap op verschillende manieren overbrengen, bijvoorbeeld met een combinatie van stemgeluid en halfgevormde woorden, gebaren(taal), en/of een doeltreffend OC-systeem. In de snelle wereld waarin we leven communiceren ze misschien het makkelijkst en snelst met stemgeluiden en gebaren. Hoe dan ook, we moeten alle vormen van communicatie waarderen en respecteren.
Maar wat gebeurt er als de communicatie mislukt en we niet begrijpen wat de ander probeert te zeggen? Wat gebeurt er als die persoon meer te vertellen heeft dan hij/zij kan uitdrukken met geluiden en gebaren? De meeste OC-gebruikers moeten op elk gewenst moment over alle woorden en taaluitingen in hun OC-systeem kunnen beschikken.
Het beste voorbeeld is mijn vriendje Matthew. Hij is heel effectief in zijn communicatie, omdat hij woorden en stemgeluiden combineert met een scala aan gebaren. Zo communiceert hij de hele dag door, en meestal is hij in staat zijn boodschap snel over te brengen. Maar niet als hij praat met mensen die hij niet kent. Ook niet als hij de les over recycling met zijn leerkracht bespreekt. En ook niet als zijn moeder geen idee heeft wat hij haar probeert te vertellen over zijn schooldag. Op zulke momenten gebruikt Matthew zijn OC-systeem. En die momenten komen vaak voor, want woorden en gebaren zijn lang niet altijd toereikend.