David Niemeijer van AssistiveWare en Jane Farrall hebben de handen ineengeslagen en de poster “De do’s en don’ts van OC” gecreëerd in het kader van de internationale maand van de ondersteunde communicatie. In dit blog leggen we een van deze do’s en don’ts uit.
Het hele jaar door ben ik op reis om buitenlandse scholen voor kinderen met een beperking te bezoeken. Een van de dingen die me dan altijd opvalt is de rol van het stellen van vragen in de communicatie tussen leerkrachten en therapeuten met OC-gebruikers.
Een open vraag is een vraag waarop iemand een uitgebreid antwoord kan geven, gebaseerd op zijn/haar kennis en gevoelens. In een omgeving waar vragen stellen aan de orde van de dag is, zoals in de klas, is het essentieel dat men OC-gebruikers open vragen stelt. Dat biedt leerkrachten en therapeuten namelijk de mogelijkheid om taal te modelleren, terwijl de OC-gebruiker leert zijn/haar gedachten en gevoelens te verwoorden. Dit is een totaal ander uitgangspunt dan vragen stellen waarop je zelf het antwoord al weet.
In dit artikel onderzoeken we een aantal situaties waarin we geneigd zijn gesloten vragen, of vragen waarvan de OC-gebruiker weet dat jij het antwoord weet, te stellen. Voor elke situatie bespreek ik een aantal methoden die beter passen in een natuurlijk gespreksverloop.
Jezelf voorstellen
Een gast in de klas levert uitgelezen mogelijkheden op om een OC-gebruiker vragen te laten stellen en beantwoorden. Maar meestal verloopt het gesprek als volgt:
- Leerkracht tegen leerling: 'Kijk, we hebben bezoek vandaag.'
- Leerkracht tegen leerling: 'Hoe heet je?'
- De leerling kijkt de leerkracht verward aan.
- Leerkracht tegen leerling: 'Hoe heet je, Bram?'
- De leerkracht navigeert op het OC-systeem naar de pagina met persoonlijke informatie over de leerling.
- De leerling tikt op de Naam-knop: 'Ik heet Bram.'
- De leerkracht kijkt verwachtingsvol naar de bezoeker.
- Leerkracht tegen leerling: 'Hoeveel broers heb je?'
- Enzovoort...
Ik heb dit zo vaak zien gebeuren dat het geen toeval meer is. Wat klopt hier niet? De leerkracht stelt de leerling vragen waarvan de leerling weet dat de leerkracht het antwoord weet. Gebeurt dit ook in een normale schoolklas met een leerling die kan praten? Vast niet. Daar begint de leerkracht waarschijnlijk het gesprek door de leerling aan te kijken en te zeggen: 'Wil je jezelf voorstellen aan onze gast?' Waarom zouden we de OC-gebruiker niet op dezelfde manier behandelen? Dat zou toch een natuurlijkere manier zijn om het gesprek met de gast te beginnen? Je kunt de kans zelfs aangrijpen om de gast zelf in gesprek te laten gaan met de leerling. Dat zou nog logischer zijn. Bespreek met de gast, voorafgaand aan de ontmoeting, dat hij zichzelf voorstelt aan de leerling en vraagt naar zijn/haar naam en gezinssamenstelling. Zo geef je de leerling de kans om zijn/haar vaardigheden te tonen in een natuurlijke situatie, waarbij de vragensteller de antwoorden logischerwijs niet vooraf weet.
Kleuren
Wij zijn de ontwikkelaars van de app Proloquo2Go, die speciaal bedoeld is voor communicatie. Maar in veel klassen merk ik dat de app voornamelijk wordt gebruikt om vragen te stellen en kennis te toetsen, en niet voor dagelijkse gesprekken. Ik zal één, helaas veelvoorkomend voorbeeld uitlichten. Leerkrachten en therapeuten willen graag weten of de leerling vormen en kleuren correct kan benoemen. Blijkbaar beschouwt men het als een belangrijke basis voor het verdere educatieve proces om concepten zoals kleur op zo'n directe manier aan te leren. Een dergelijk gesprek gaat meestal als volgt:
- De therapeut wijst een geel voorwerp aan.
- Therapeut: 'Welke kleur is dit?'
- De leerling tikt op de Geel-knop: 'Geel.'
- Therapeut: 'Goed zo.'
- De therapeut wijst een blauw voorwerp aan.
- Therapeut: 'Welke kleur is dit?'
- De leerling tikt op de Blauw-knop: 'Blauw.'
- Therapeut: 'Goed zo. Dat heb je goed gezegd.'
- De therapeut wijst een geel voorwerp aan.
- Therapeut: 'Welke kleur is dit?'
- De leerling tikt op de Groen-knop: 'Groen.'