Wanneer personen moeilijkheden hebben met communiceren, helpen we hen om hun taalvaardigheid te ontwikkelen. We leren hun alle verschillende redenen om in dagelijkse interactie te communiceren met de mensen om hen heen. Deze redenen noemen we de communicatieve functies. Door taal aan te leren kan iemand die niet of nauwelijks kan spreken deze communicatieve functies inzetten.
Communicatieve functies modelleren
Je kunt OC-gebruikers communicatieve functies aanleren als ze het juiste voorbeeld in de praktijk zien. Wanneer we modelleren, wijzen we de woorden op het OC-systeem aan tijdens dagelijkse interactie. Zo leren we de gebruiker om verschillende woorden uit het vocabulaire te combineren. Maar modelleren is ook onmisbaar als we de diverse communicatieve functies willen demonstreren. Met behulp van OC laten we zien hoe je verschillende boodschappen overbrengt. Dit doen we door regelmatig en consistent te modelleren.
Meer dan iets verkrijgen
Een veelvoorkomende reden dat OC-systemen beperkt worden ingezet en dat de ondersteuning van de gebruiker stagneert, is dat de communicatie maar op één communicatieve functie is gericht: iets of iemand verkrijgen. OC-gebruikers raken hierin vaak bedreven. Ze kunnen vragen om eten, hun favoriete tv-programma, een uitje, een YouTube-video, etc. Iets of iemand verkrijgen is een motivatie om OC te gebruiken. Het is vaak de eerste reden waarvoor OC wordt ingezet.
Maar taal en communicatie houden veel meer in dan dit. Er zijn talloze redenen om te communiceren. Geef OC-gebruikers daarom woorden om informatie te delen, verhalen te vertellen, commentaar te geven en hun gedachten te uiten. Wanneer ze deze vaardigheden uitbouwen, kunnen ze werkelijk contact maken met anderen.
In de AssistiveWare Core Word Classroom (Engelstalig) vind je een compleet overzicht van de communication functions.
Verschillende communicatieve functies inzetten
Wanneer je doelen stelt en activiteiten plant voor je OC-gebruiker, is het handig om de verschillende communicatieve functies erbij te betrekken. De reden om te communiceren kan bepalen welke woorden belangrijk zijn om te modelleren voor de OC-gebruiker.
Selecteer de communicatieve functies die je als eerste wil aanleren. In het onderstaande schema vind je voorbeelden van de verschillende communicatieve functies. Welke hiervan zet jouw OC-gebruiker al in? Welke functie wil je hierna gaan aanleren? Welke zinnen zou je hierbij het beste kunnen modelleren?
Communicative functie | Kernwoorden om te modelleren | Kernwoorden combineren met randwoorden |
Iets/iemand verkrijgen | wil, wil dat, wil iets anders, wil meer, ik wil | wil eten, wil spelen, ik wil rood, ik wil tv-kijken |
Weigeren/afwijzen/protesteren | nee, niet dat, stop | niet rood, niet dat spel, zet muziek uit |
Commentaar geven | pak, pak het, pak dat, ik pak het stop in, stop het in, haal uit, haal het uit meer, groter zie, zie hen geef me, geef me dat | pak de blauwe, zet je hoed op, bak een taart, harder schommelen, ik zie de auto, mag ik mijn beker alsjeblieft |
Om informatie vragen | wat? wat dat? waar? waarheen? wie? wie mee? wanneer? | wanneer gaan we boodschappen doen? waar is David? wie gaat er naar het feestje? |
Mening geven | leuk, ik vind dat leuk niet leuk, ik vind het niet leuk goed, slecht, dat goed, dat slecht | ik hou van chocola, ik hou niet van spinnen, pizza is lekker, maandag is stom |
Nieuws vertellen | Ik ga, ik zie, ik eet ik ging, ik zag, ik at | ik ging naar het park, ik zie papa, ik heb rijst gegeten zaterdagavond |
Een gesprek beginnen | wat? wat doen? ik vind dat leuk, wat jij leuk? ik ga daar, waar ga jij? | wat ga je doen dit weekend? ik ging naar het strand ik hou van films, waar hou jij van? |
Let op: Wanneer je deze woorden en zinnen modelleert, spreek je de volledige tekst hardop uit en wijs je enkele woorden aan op het OC-systeem. Je zegt bijvoorbeeld: 'Je moet je muts op', terwijl je alleen 'muts' en 'op' aanwijst.