Kernwoorden zijn een essentieel onderdeel van een uitgebalanceerd OC-systeem.
Maar wat zijn kernwoorden eigenlijk en waarom zijn ze zo belangrijk? En met welke hulpmiddelen en strategieën kunnen we deze kernwoorden aanleren?
Wat zijn kernwoorden?
Hoewel de Nederlandse taal ten minste 250.000 woorden telt, gebruiken we maar zo'n 200 woorden voor 80% van wat we dagelijks zeggen. Deze woorden noemen we de kernwoorden.
De groep kernwoorden bestaat voornamelijk uit werkwoorden (gaan, komen), bijvoeglijk naamwoorden (goed, klein), voorzetsels (op, naar), voornaamwoorden (jij, dat), lidwoorden (de, een) en voegwoorden (en, maar). Zo'n 10% van de kernwoorden zijn zelfstandig naamwoorden. Deze beschrijven meestal algemene begrippen als 'meisje' of 'huis' en geen specifieke dingen als 'cavia' of 'selderij'.
Als OC-gebruikers snel toegang hebben tot deze kernwoorden, hebben ze een krachtig en veelzijdig hulpmiddel in handen om alles uit te drukken wat ze willen. Met behulp van een relatief kleine woordenschat formuleren ze hun eigen zinnen, uiten ze ideeën en leren ze grammatica. Ze gebruiken dan geen voorgeprogrammeerde zinnen zoals 'Ik wil' en 'Ik zie'. Ze leren de verschillende communicatieve functies inzetten en hun gesprekken blijven niet langer beperkt tot het kiezen van een voorwerp uit twee of meer foto's. Bovendien hoeven ze niet voor elke les nieuwe woorden te leren: met een consistente set van veelzijdige woorden kunnen ze open vragen over de lesstof beantwoorden en ontwikkelen ze hun taalvaardigheid.
Randwoorden en alfabet: minstens zo belangrijk
Kernwoorden zijn onmisbaar, maar niet voldoende voor volwaardige communicatie. Daarom bevat een uitgebalanceerd OC-systeem naast kernwoorden ook randwoorden.
Randwoorden hebben een meer specifieke en concrete betekenis dan kernwoorden en hebben dus ook een ander effect: je kunt er iets nauwkeurig en beknopt mee omschrijven. Randwoorden zijn meestal zelfstandig naamwoorden, maar ook werkwoorden en bijvoeglijk naamwoorden met een expliciete betekenis (springen, snijden, elegant, verrukkelijk). Omdat je een randwoord minder vaak gebruikt dan een kernwoord, staan de kernwoorden in een OC-systeem in de hoofdmap (op de eerste pagina) en de randwoorden in de overige mappen.
Gemiddeld bestaat onze actieve woordenschat uit zo'n 20.000 woorden. Zo'n 200 hiervan zijn kernwoorden en de overige 19.800 zijn randwoorden. Maar niet alle randwoorden zijn even belangrijk voor elke spreker. We hebben ieder onze eigen onderwerpen waar we graag over praten: de belangrijkste mensen, plaatsen en zaken uit ons leven. Daarom is het ook zo belangrijk dat je het vocabulaire aanpast aan elke individuele gebruiker door deze specifieke woorden makkelijk vindbaar te maken in mappen met randwoorden.
Daarnaast is een toetsenbord in een OC-systeem onmisbaar: geef de OC-gebruiker zo snel mogelijk de kans om te krabbelen/schrijven op een systeemtoetsenbord.
Een uitgebalanceerd OC-systeem bestaat dus uit kernwoorden in combinatie met een makkelijk toegankelijk randvocabulaire en een toetsenbord. Zo stel je de OC-gebruiker in staat om krachtig en zelfstandig te communiceren.
Wat zijn de uitdagingen van de kernwoordenmethode?
Jarenlang leek het een logische strategie om OC-gebruikers te leren keuzes aan te geven en voorwerpen te benoemen met behulp van randwoorden. Deze strategie hebben velen van ons goed in de vingers.
Maar hoe leren we nu kernwoorden aan? Het zijn namelijk abstractere begrippen die niet altijd goed met een plaatje uit te beelden zijn. Veel kernwoorden hebben meerdere betekenissen. Het gebeurt regelmatig dat gebruikers niet weten wat ze aan moeten met al die kernwoorden op een kernwoordenkaart. Dat kan het lastig maken om te beginnen met kernwoorden.
Maar het antwoord is verrassend eenvoudig: je leert kernwoorden aan door ze op het OC-systeem aan te tikken terwijl je praat.
Kernwoorden modelleren
Kernwoorden leer je op dezelfde manier aan als alle andere woorden in het OC-systeem: we modelleren ze. Wanneer we modelleren, wijzen we de woorden op het OC-systeem van de gebruiker aan. Het is belangrijk om zo vaak mogelijk te modelleren tijdens alledaagse situaties.
Je zult al snel inzien hoe effectief modelleren is als leermethode voor kernwoorden, maar misschien vraag je je af welke woorden en woordcombinaties je kunt modelleren.
Daarom hebben we een paar strategieën op een rij gezet.
Kernwoorden kiezen: communicatieve functies
De diverse communicatieve functies zijn een handig uitgangspunt om kernwoorden te selecteren.
Als je alleen modelleert hoe OC-gebruikers iets kunnen verkrijgen of hoe ze een keuze kunnen aangeven, stagneert de ontwikkeling van hun communicatievaardigheden snel. Deze twee communicatieve functies zijn makkelijk aan te leren en je boekt er snel resultaat mee, maar de mogelijkheden voor volwaardige communicatie zijn hiermee nogal beperkt. Stel je eens voor dat je alleen maar om dingen kon vragen. Dan zou je geen enkele manier hebben om al je gedachten te uiten. Bovendien zouden anderen nauwelijks geïnteresseerd zijn om met je te praten.
Kijk daarom naar de verschillende redenen die we hebben om te communiceren, oftewel, naar de communicatieve functies. Want zo ontdek je vanzelf allerlei kernwoorden waarmee de OC-gebruiker zijn/haar taalvaardigheid en communicatie kan uitbreiden.
Hieronder vind je een aantal basisvoorbeelden van kernwoorden die bij de communicatieve functies horen.